Bestrijd de Taxuskever met Aaltjes. 

De taxuskever (gegroefde) lapsnuitkever of druivehaantje vormt een plaag in een groot aantal siergewassen in woonwijken. Ze zijn vooral te vinden in Taxus, Rhododendrons, Cyclamen, Azalea’s en in aardbeien en andere fruitgewassen. De eerste volwassen kevers komen in april-mei tevoorschijn. Ze zijn ongeveer 1 cm lang, bruinzwart van kleur met vaalgele vlekjes op hun rug. De dekschilden zijn diepgegroefd. De taxuskever is altijd vrouwelijk en legt honderden eitjes vanaf begin juli tot ongeveer eind oktober. De overwintering vindt plaats in het larvestadium; zodra de temperatuur oploopt, worden de larven weer actief. Dit betekent dat bij kuipplanten of in de hobbykas het hele jaar larven kunnen voorkomen. Zowel de volwassen kevers als de larven veroorzaken schade aan de plant. De kevers, die alleen ’s nachts actief zijn, vreten ronde happen uit de randen van de bladeren. Maar de meeste schade wordt toegebracht door de larven. Zij voeden zich voornamelijk met (haar)wortels. Allereerst stopt hierdoor de groei. De plant wordt geel en verdord snel.

In het pakket va natuurlijke vijanden vindt u aaltjes ter bestrijding van de taxuskever. De aaltjes zijn met het oog niet waarneembaar. Ze worden vermengd met het gietwater en op een vochtige bodem uitgegoten. Het aaltje dringt binnen bij de larve, waarna er specifieke bacteriën vrijkomen uit het darmkanaal van het aaltje. Deze verspreiden en vermenigvuldigen zich snel in de keverlarve. Deze gaat binnen 48 uur dood aan bloedvergiftiging en verkleurt bruin. In de dode larve vermenigvuldigen de aaltjes zich, verlaten de dode larve en gaan op zoek naar een nieuwe prooi. Bij toepassing moet de bodem zo vochtig mogelijk worden gehouden bij een bodemtemperatuur van minimaal 10° C en maximaal 25° C

U kunt aaltjes inzetten in de maanden april/mei en augustus/september. In kas of pot het hele jaar mits de bodem warm genoeg blijft.

                                       © March 2009   M. van Leeuwen, Tuinhulp-Groendesign